Gedichten, liederen, meditaties voor jong en oud van Ina van der Welle-Boersma

Op weg naar Pesach(1e verhaal over goede vrijdag/pasen)

Op weg naar Pesach

Noach rekt zich uit. Hij is nog een beetje moe van gisteren. Buiten hoort hij een haan kraaien dat betekent dat hij op moet staan. Als het licht wordt kraait de haan hem wakker.
Noach zou nog het liefst even blijven liggen want hij heeft het de afgelopen dagen zo druk gehad. Eerst heeft hij zijn moeder geholpen met het schoonmaken van het huis en daarna nog boodschappen voor haar gedaan. Noach ligt nog na te denken over de afgelopen dagen. Wat een feest leek het in Jeruzalem. Al die mensen die maar juichten en riepen Hosanna hij die komt in de naam van Jahweh. Zou die man op het ezeltje echt de profeet zijn die Jahweh beloofd heeft? Gisteren heeft hij abba nog gevraagd en die zei dat hij denkt dat Jesoea de grote profeet is. Hij heeft zoveel wonderen gedaan en sprak altijd over liefde. Je moest Jahweh lief hebben. Maar hij sprak ook over veel dingen die abba niet begreep.
Noach kleed zich vlug aan en gaat naar buiten om de dieren te verzorgen. Zij wonen dan wel in Jeruzalem maar gelukkig niet midden in de stad. Ze wonen aan de rand van de stad. Zijn abba heeft een mooie tuin met een hele grote vijgenboom waar altijd veel vijgen aan zitten, verder heeft abba olijfbomen en daar mogen de kippen vrij rond lopen. Als Noach met zijn bak met voer aankomt, komen de kippen hem al tegemoet. Natuurlijk is de haan, haantje de voorste. Als je niet oplet, haalt hij het zo uit de bak. Soms gaat hij op Noach zijn schouder zitten maar als Noach dan het zaad voor zich uit strooit is hij weg.
Het is nog een beetje fris, maar de zon komt steeds hoger te staan. Het voorjaar is zo heerlijk dan kun je weer buiten zijn. Ook abba is dan vaak buiten aan het werk.
Als Noach in huis komt zitten abba, mama en Matthanja al aan tafel. Noach schuift snel aan en ze eten stilletje hun pap. Vanmorgen eten ze gerstepap omdat alle zuurdesem de vorige dag weggegooid is. Ze mogen immers nu niets meer in huis hebben, dus kan mama ook geen brood bakken. Vanavond is het sedermaal. Mama moet graan malen voor de matzes, en extra voor de komende dagen.
Noach gaat nog even naar het tempelplein daar wordt alle rommel opgeruimd. De kramen staan er al een paar dagen niet meer. Het was er verschrikkelijk druk toen Noach daar de kruiden haalde, maar de volgende dag had die profeet alle kooplieden weggejaagd omdat ze niet eerlijk hun spullen verkochten maar alleen maar heel veel geld wilden verdienen aan de sedermaal. Abba had het van de buurman gehoord en de buurman was vreselijk boos geweest want hij verkocht ook lammetje op het tempelplein.
Hier en daar liggen nog wat spullen die niet verkocht zijn, misschien kan Noach nog iets mee nemen naar huis. Voor het avond is moet alles netjes en schoon zijn. Zal hij ze helpen, dan krijgt hij er misschien wel wat voor.
Mama is druk bezig de laatste matzes te bakken als hij thuis komt. “Noach wil jij mij helpen de tafel klaar te maken voor vanavond?” “Je weet wel wat er allemaal op tafel moet hè?” Ja, dat weet Noach wel. Kleine Matthanja zit in de hoek van de kamer op haar manier sedermaal te vieren met haar poppen. Noach moet lachen, ze probeert haar poppen de vragen te leren die zij vanavond moet stellen als ze aan tafel zitten.
Het wordt een gezellige maaltijd, heel anders dan de andere avonden. De kaarsen staan op tafel te branden. Het heeft iets spannends vind Noach als de kaarsen branden.
Na de maaltijd gaat abba met Noach nog even naar buiten. Mannen onder elkaar denkt Noach. Hij kijkt zijn vader aan en vraagt ineens: “Abba, zou de profeet ook sedermaal hebben gevierd?” “Ja, natuurlijk zegt abba, anders zou hij zeker geen profeet zijn want Jahweh heeft toch gezegd dat wij dat elk jaar moeten vieren en hij zegt zelf dat we Jahweh moeten gehoorzamen. Noach denkt ja abba heeft gelijk, hij zou die profeet wel eens van dicht bij willen zien en misschien zou hij wel iets tegen hem zeggen.
Het begint al donker te worden en dat betekent dat Noach naar bed moet want morgen moet hij weer vroeg opstaan. Als ze binnen komen zit mama te lezen en Matthanja is al naar bed.
Voor Noach gaat slapen zegt hij het sjemagebed op, het duurt niet lang of het is stil in huis iedereen is in diepe rust.