Gedichten, liederen, meditaties voor jong en oud van Ina van der Welle-Boersma

Jezus wordt door Maria gezalfd

Jezus wordt door Maria gezalfd.

Het wordt vandaag een prachtige dag. Het is nog vroeg in de morgen. De vogels zingen al terwijl de zon nog maar net boven de horizon uitkomt.
Maria en Martha zijn al opgestaan. Ze zijn blij want Jezus komt vandaag op bezoek en zij mogen hem weer bedienen. Zij houden heel veel van Jezus. Hij is hun grootste vriend. Hij heeft hun broer Lazarus teruggeroepen uit de dood. Het is bijna niet te geloven maar het is echt waar. Lazarus was gestorven en Jezus riep: “Kom Lazarus, kom naar buiten.” En Lazarus kwam, het ging wel een beetje moeilijk want hij was al in doeken gewikkeld, maar toch lukte het.
Maria zit er nog over na te denken terwijl Martha al druk bezig is met de voorbereidingen voor de maaltijd. Er is nog zoveel te doen maar dat vindt ze niet erg, want Jezus komt bij hen eten en daar heeft ze alles voor over.
Kom Maria, help ook eens een handje, ik kan het niet allemaal alleen doen.

Eindelijk zijn ze klaar met de voorbereidingen. Lazarus is inmiddels ook opgestaan. Hij verlangt ernaar om de Meester, zoals hij Jezus noemt, weer te ontmoeten. Hij heeft zijn leven aan Hem te danken, maar Jezus zei: “Niet alleen dit leven Lazarus, ook het eeuwig leven heb je aan mij te danken, straks ben ik er niet meer maar dan moet je maar aan al mijn woorden denken.”

Kijk daar komen mensen aan. In de verte zien ze een heel aantal mensen lopen. Zou dat….. Maria kijkt nog eens goed en Lazarus zegt, ja hoor het is Jezus met zijn vrienden, ik zie het aan Zijn lopen. Zijn lopen? Ja, Lazarus let er altijd op hoe mensen lopen en daaraan herkent hij van verre al wie het zijn, tenminste als hij ze kent.

De vrienden en Jezus zijn moe. Ze hebben al een lange wandeling achter de rug en de weg is zo droog. Ze gaan zich eerst wat opfrissen. Maria heeft zo veel te vertellen aan Jezus, ze kan bijna niet wachten tot Hij klaar is. Rustig maar Maria, Ik ben nog lang niet weg, je krijgt alle tijd om met Mij te praten.
Aan tafel gaan de gesprekken door.
Martha heeft het, zoals altijd weer druk. Martha is een goede gastvrouw, maar soms een beetje teveel bezig met “gastvrouw” zijn. Jezus had dat al een keer tegen haar gezegd, maar Martha kan het niet laten, er moet toch iemand bedienen en ze is er wel aan gewend dat Maria altijd maar naar Jezus wil luisteren.
Als iedereen aan tafel is en Martha het eten heeft neergezet, mist ze Maria opeens. Waar is die nu weer?
Ze gaat kijken en roept Maria waar ben je? Oh daar komt ze al aan. Wat heeft ze daar in haar handen? Een kruikje, maar alles stond toch al op tafel?
Maria loopt naar Jezus en opent het kruikje. Nu ziet Martha het, het is heerlijk geurende olie, nardusolie. Maria gaat bij Jezus staan en giet een beetje olie over zijn voeten. Jezus kijkt Maria aan en ook de vrienden van Jezus kijken. Het begint heerlijk te ruiken in de kamer. Het wordt doodstil. Maria zalft de voeten van Jezus, zouden zijn vrienden begrijpen waarom ze dit doet? Ze houdt heel veel van Jezus. Jezus begrijpt het wel. Dan begint Judas te praten. Hij is boos.
Waarom doe je dat? Verkoop het liever. Het geld kunnen we wel gebruiken. Dit is verknoeien van geld, dat kunnen we beter voor de armen gebruiken die hebben het nodiger. Oh Judas, zeg je dat voor de armen of omdat jij dan weer geld weg kunt nemen. Judas is een dief, hij steelt steeds geld uit de kas van zijn vrienden.
Maar dan begint Jezus te praten. Hij zegt: “Ik straks zal sterven Judas, ze doet dit voor mijn begrafenis. Jij wil het aan de armen geven, maar de armen heb je altijd bij je Judas en mij straks niet meer.”
Inmiddels horen ze heel veel mensen praten. Het is druk geworden buiten.
De mensen hebben gehoord dat Jezus bij Lazarus is. Is Hij er al weer. Daar moeten ze meer van weten. Straks doet Hij misschien weer een wonder. Ze zijn het nog niet vergeten het heeft zoveel indruk op hen gemaakt. Ze zeiden dat Lazarus dood was en dat Jezus hem weer levend gemaakt heeft. Ze willen Lazarus zien en Jezus natuurlijk ook.
Misschien konden ze beiden nog wel even spreken en kon Lazarus vertellen hoe het was, hoe hij zich toen voelde. O wat zijn de mensen toch nieuwsgierig maar zouden ze ook in het wonder van Jezus geloven? Zouden ze ook geloven dat Hij de beloofde is de Messias?
De hogepriesters in elk geval niet want die zijn van plan Hem te doden. Ze zijn met een plannetje bezig hoe ze dat zullen doen zonder al te veel opstand bij het volk te krijgen. Ze moeten iemand vinden uit Zijn omgeving die hen wil helpen, maar wie.
Het zal niet zo lang meer duren dan komt er iemand bij hen, die Jezus verraden zal maar eerst gaat Hij naar Jeruzalem, eerst zullen ze Hem nog toejuichen. Ze zullen roepen hosanna, Hij die komt in de naam van de Heer, om daarna te roepen kruisig Hem.
Jezus’ tijd is bijna gekomen om te sterven voor de zonden van de mensen en hen zo weer bij de Vader te brengen.

 

 

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *